Het verschil tussen een ‘gewone’ full hybrid en een plug-in hybride is dat de eerste geen en de laatste wel een stekker heeft. Lijkt simpel. Maar met die stekker beginnen de problemen – althans voor de werkgever. De meerkosten van een plug-in (tot maandelijks 248 euro!) rijzen in veel gevallen de pan uit en zijn bovendien lastig voorspelbaar, met name door weinig gedisciplineerd laadgedrag. Toyota breekt (opnieuw) een lans voor de full hybrid.
Nu de eerste plug-in hybrides hun leasecontract (bijna) hebben uitgediend, wordt het dilemma voor de werkgever steeds duidelijker. De auto’s halen bij lange na niet het lage verbruik zoals in de folders staat vermeld, het regelen van laadinfrastructuur kost heel wat kopzorgen en in veel gevallen moet de autoregeling specifiek voor deze groep berijders worden aangepast. Maar misschien nog wel de grootste uitdaging: al deze meerkosten blijken voor een werkgever moeilijk voorspelbaar.
Opnieuw uitleggen
Het merk dat in Nederland de hybride op de kaart zette is natuurlijk Toyota. De Prius verscheen in 2000 op de markt. Ondertussen heeft ook Toyota een plug-in variant van de Prius in de showroom staan. Maar in de ogen van fleetsalesmanager Michel Dudok is de plug-in toch vooral een nicheproduct en minder geschikt voor gewone zakelijke kilometers.
Dudok noemt het opmerkelijk dat hij momenteel veel aandacht trekt met zijn lezingen die het verschil tussen de hybrides en de overige brandstofsoorten opnieuw moet uitleggen. Maar blijkbaar is men inmiddels door schade en schande wijs geworden. “Daarbij verandert de wetgeving voortdurend wat nogal wat consequenties heeft voor de kosten. Zo moet er in 2016 weer (deels) MRB worden betaald, ook voor bestaande contracten. Dat betekent voor een Mitsubishi Outlander maandelijks ruim 42 euro en bij de Volvo V60 PHEV zelfs 79 euro extra. Die laatste krijgt namelijk ook te maken met extra dieseltoeslag.”, aldus Dudok.
Onvoorspelbaarheid
De meerkosten van MRB, maar ook die van extra brandstofkosten en kosten voor laadinfrastructuur, maakt het ‘plug-in verhaal’ lastig voor een werkgever, benadrukt Dudok. Vooral ook de onvoorspelbaarheid daarvan. Uit cijfers van LeasePlan en de Belastingdienst heeft Dudok een overzicht gemaakt van die totale meerkosten ten opzichte van een auto zonder stekker. Het reikt van de Prius plug-in, die bij een kilometrage van 35000 per jaar op maandelijks 125 euro extra komt, tot en met de Mitsubishi Outlander die op maandelijks 248 euro extra uitkomt (zie tabel hieronder). “Vooral bij plug-ins met hoog vermogen en gewicht, neemt de onvoorspelbaarheid toe”, aldus Dudok.
Volgens de fleetsalesman blijft de ‘gewone’ hybride voor werkgevers het meest interessant vanuit aspecten als TCO, MVO en bijtelling. Ook bij hoge jaarkilometrages, benadrukt Dudok. Berekeningen op basis van de website Werkelijkverbuik.nl moeten uitwijzen dat een Toyota Auris (benzine) hybride nog bij jaarlijks 40.000 km goedkoper is vergeleken met een Peugeot 308 diesel. Beide auto’s vallen als enigste in hun segment (station, C-klasse) in de 14% bijtellingklasse. Dudok: “Een ander voordeel van de gewone hybride ten opzichte van de plug-in is dat de autoregeling niet hoeft te worden aangepast en er niet hoeft geïnvesteerd te worden in laadinfrastructuur.”
Categorie: Elektrisch rijden / Plug-in
Gerelateerde links:
- Aftrap ‘Het Nationale EV debat’ op Fleetmanagement event
- Green Tax Battle Electric voor versnelling elektrisch rijden
- EV-rijders tevreden maar ergernis over kapotte laadpalen
- Plug-in voor werkgever altijd duurder dan benzine of diesel
- ANWB: verschillen in verbruik plug-ins fors
- TNO: PHEV op grijze stroom levert ‘slechts’ 15% CO2-reductie op