Als fleetowner zelf het casco-gedeelte van de verzekeringen voor rekening nemen? Dat scheelt al snel twee derde van de premie, het bespaart op assurantiebelasting en men profiteert zelf van de inkoopvoordelen van schadeherstel. Althans, dat is de theorie…
Een nieuwe bijeenkomst van de FleetAcademy vorige week ging over verzekeringen en schadeherstel. Want hoewel ruim 70 procent van de fleetowners hun volledige verzekering heeft ondergebracht bij de leasemaatschappij – en alle schades ook via hen laat afhandelen – is er een toenemende interesse van bedrijven om het uit het leasecontract te trekken. Het kan namelijk, volgens Erik Wijbenga van de FleetAcademy, nogal wat voordelen opleveren. “Kostenbesparing, een lagere premie en profiteren van een positief rendement. Dat spreekt fleetowners aan”, aldus Wijbenga.

Sprekers op de FleetAcademy: Willem van der Hooft, Johan Schoonhoven, Cees (C.J.) Klaassen, Michel van Dam en Erik Wijbenga
Het casco-gedeelte van de verzekering maakt twee derde deel uit van de totale verzekeringspremie. Het verplichte 1/3 WA-gedeelte ligt vast en daarop kan niet worden gestuurd. Verzekeringskosten maken zo’n 15 procent uit van de tco van een wagenpark. En momenteel actueel: verzekeraars verhogen de premies momenteel omdat ze, naar eigen zeggen, verlies maken op deze post. Des te interessanter voor fleetowners om de post weer eens opnieuw onder de loep te nemen.
Niet transparant
Daarbij komt dat de schadekosten de laatste jaren flink zijn toegenomen. Waarbij de leasemaatschappij de calculaties van het schadebedrag in grote mate bepaalt – en niet bepaald op een transparante manier. Wijbenga: “Leasemaatschappijen zijn onder andere niet transparant in de herstelkosten waardoor het maar de vraag is of fleetowners profiteren van de gestuurde schadestroom. Op verzekeringen en schadeherstel verdienen leasemaatschappij nog altijd goed geld, terwijl het voor fleetowners steeds duurder wordt.”
Leasemaatschappijen zijn niet transparant in de herstelkosten waardoor het maar de vraag is of fleetowners profiteren van de gestuurde schadestroom
Overigens komt die forse stijging in schadelast vorig jaar grotendeels door één gebeurtenis: de uitzonderlijk zware hagelbuien van afgelopen zomer. Dat illustreert meteen ook het risico van het zelf regelen van cascoschades: eens in de drie of vier jaar moet je rekening houden met een dergelijke calamiteit.
Data van essentieel belang
Maar het zijn niet zozeer de risico’s op slecht weer die het zelf beheren van schades riskant maken. Bij het optuigen van een eigen schadeherstelproces komt nogal wat kijken, benadrukt Willem van der Hooft, Business Development Director van Van Ameyde Group. Zelf beheren betekent niet automatisch meer profijt. “Allereerst moet je het proces op orde hebben, waarbij het hebben van data van essentieel belang is. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een digitaal schadeformulier, want hoe eerder je met de behandeling van schades begint, hoe lager uiteindelijk het bedrag. Alleen al op vervangend vervoer bespaar je een hoop.”
Van Ameyde neemt voor een groeiende groep verzekeraars de complete schadeafhandeling uit handen. Maar ook autoverhuurder Avis meldt al haar schades centraal in het zogenaamde Incident Management System (IMS) van Van Ameyde. Dat is speciaal voor fleetowners gebouwd. “Alleen op een consistente en geautomatiseerde behandeling van schades valt veel winst te behalen. Niet alleen op de operationele kosten, maar uiteindelijk ook op de schadelast”, aldus Van der Hooft.
Lage prijzen
Bijval kreeg Van der Hooft van Johan Schoonhoven, eigenaar van Zilverstad Consultancy. Automatische afhandeling, digitale dossiers, systeemintegratie, maar ook een vlotte intake en duidelijkheid. Zomaar enkele begrippen waar het volgens Schoonhoven om draait. Zaken die alleen voor elkaar te krijgen als er sprake is van een gestuurde schadestroom. En op dat vlak is het momenteel goed zakendoen voor fleetowners. De schadeherstelmarkt kampt met overcapaciteit en derhalve zijn de prijzen laag.
Een andere mogelijkheid voor fleetowners: richt een collectief op om gezamenlijk schaherstel in te kopen
Schoonhoven ziet overigens een nieuwe vorm van sturing opkomen in de markt: de open claims. Het is een soort veiling van claims waarop schadeherstellers kunnen bieden. Het heet vooral geschikt te zijn voor kleinere schades. Een andere mogelijkheid voor fleetowners: richt een collectief op om gezamenlijk schaherstel in te kopen. Enkele partijen in de markt doen dat al, zoals FleetCollective.
Remarketingstrategie
Ook de schadeherstellers spelen steeds beter in op de verschillende klantenbehoeftes, zegt Cees Klaassen van ASN Schadegroep. Met leasemaatschappijen worden al langer afspraken gemaakt over bijvoorbeeld het gebruik van originele of gebruikte onderdelen. Of het vervangen van delen of het repareren ervan. “Dat laatste heeft ook te maken met de leeftijd van de auto en remarketingstrategie van de leasemaatschappij”, aldus Klaassen.
Kortom, mocht een fleetowner besluiten verzekeringen en schadeherstel, beiden onlosmakelijk met elkaar verbonden, zelf te doen, moet er een hoop (goed) geregeld worden. Al gaat het om ‘simpele’ afspraken of berijders bij vervangend vervoer recht hebben op een auto met trekhaak. Vervangend vervoer is een substantieel deel van de kosten. Het prijsverschil tussen zelf doen en via de leasemaatschappij moet dan ook significant zijn voordat een fleetowner eraan begint, zegt Wijbenga. “Laat in alle gevallen de leasemaatschappij meedoen in de aanbesteding. In de praktijk zie je dat zij vaak als winnaar uit de bus komen.”
Categorie: Verzekeringen