De VNF stopt na 20 jaar ‘kenniscentrum wagenparkbeheer’

donderdag 12 december, 2019

De Verenigde Nederlandse Fleetowners (VNF) stopt, precies 20 jaar heeft het als kenniscentrum voor wagenparkbeheer geopereerd. Oprichter en voorzitter, ‘leaseprofessor’ Martin Lans, blikt tevreden terug op 20 jaar ‘bewogen’ wagenparkbeheer.

‘Leaseprofessor’ Martin Lans

In de VNF-hoogtijdagen waren er ruim 60 wagenparkbeheerders lid; gezamenlijk beheerden ze zo’n 70.000 voertuigen. Maar aan het begin van dit decennium kwam de omslag. Outsourcing raakte in zwang. Na de catering en beveiliging werd ook het wagenparkbeheer steeds vaker extern ondergebracht. Vooral de ICT-bedrijven, leasegrootgebruikers, liep daarin voorop. Op zich een logische gedachtegang, zegt Martin Lans. “Maar de vraag die toen gold, is eigenlijk nog actueel: besteed je alleen het operationele werk rondom het beheer van een park uit of ook de ‘hersens’? Ofwel: houd je de touwtjes van het beleid strak in eigen hand? En zo niet, laat je alles over aan een leasemaatschappij? Die dan feitelijk ook de taak krijgt de eigen rekeningen te controleren? Of zet je daar weer een externe partij tussen?”

Aangezien mobiliteit tot de top3 van grootste kostenposten van menig bedrijf behoort, zijn de belangen groot. Toch verbaast Lans zich er nog regelmatig over hoe verschillend de bedrijven hun mobiliteit inrichten. “Tien jaar geleden had je drie smaken wagenparkbeheer: je had auto’s in eigen beheer of je had een leasecontract met een open calculatiemethodiek of een met gesloten calculatie. Welnu, de drie grootste accountantskantoren in Nederland hadden destijds alle drie de verschillende smaken. Je verwacht eigenlijk van zulke bedrijven dat ze wel weten wat nu het beste is. Niet dus”.

Pleit voor meer ‘eigen beheer’ wagenparken

Dat ‘diverse’ geeft het vak natuurlijk ook weer jeu, stelt Lans. Wagenparkbeleid bestaat uit zoveel simpele componenten dat de som ervan heel complex is. Toch zou hij weer pleiten voor meer ‘eigen beheer’ parken. Want, hoe je het wendt of keert, leasing is een dienst en kost dus geld. Leasing is altijd duurder dan het zelf doen. “Toen bedrijven daar nog oren naar hadden, was de rente ruim 11 procent. Nu is die rente nog geen 1 procent. Aan geld dus geen gebrek. En het argument om het park volledig off balance te hebben, is door de nieuwe boekhoudregels ook minder geworden”.

Daarnaast zijn er tal van mogelijkheden om alle administratieve rompslomp rondom een wagenpark, veelal de grootste onzichtbare kostenpost, goed te stroomlijnen. Met dank aan de huidige ICT-hulpmiddelen. Of gewoon de administratie laten doen door een leasemaatschappij, waarmee ze feitelijk fungeren als ‘veredeld administratiekantoor’. Dus: zelf de auto’s kopen (en het inkoopvoordeel pakken) en uiteindelijk verkopen (en de winst pakken op remarketing). Lans: “Belastingen en verzekeringen zijn tegenwoordig ook allemaal elektronisch te verwerken. Schade en onderhoud kan je ook zelf inkopen. En of er nu benzine wordt getankt of stroom wordt geladen, maakt ook niet uit. Een aantal fleetowners heeft jarenlang volgens een dergelijke aanpak gewerkt, met succes. Maar toen kwam een nieuwe manager, opgegroeid met leasing. Dus moest het leasing worden. Zo gaat dat…”

Categorie: Marktcijfers / brancheberichten
Labels: deVNF